Lezing uit het boek der spreuken.

 

Een sterke vrouw, wie zal haar vinden

zij is meer waard dan edelstenen

Haar man en kinderen kunnen zich op haar verlaten

Zij zullen er wel bij varen

ze stelt hen nooit teleur

ze maakt ons gelukkig

haar leven lang

ze zorgt dat er wol en vlas is

en spint en weeft met haar vaardige handen

zij trekt er op uit om voedsel te halen

zoals het schip van een koopman uitvaart naar verre landen

ze staat al op als het nog donker is

en zorgt voor eten

haar handen rusten nooit

ze is altijd aan het spinnen of weven

diezelfde handen strekt ze uit naar de armen

wijd opent zij haar handen voor wie in nood is

kracht en waardigheid straalt zij uit

de komende dag ziet ze opgewekt tegemoet

wat zij zegt is vol wijsheid

haar aanwijzingen zijn altijd vriendelijk

ze houdt het oog op haar huishouden

en nietsdoen is haar onbekend

Haar kinderen zijn vol lof over haar

er zijn meer goede vrouwen zeggen wij

maar jij overtreft ze allemaal

charme is bedrieglijk en schoonheid verdwijnt snel

lof verdient alleen een vrouw die leeft in ontzag voor de heer

dat zij de vruchten mag plukken van al haar werk

laat heel het dorp haar naam met ere noemen

 

tot zover deze lening